Fair Trade Original staat op het punt om de jaarcijfers te publiceren,
hetzelfde geldt voor V&D. Zij zijn niet happig om de verkoopresultaten
prijs te geven, wel zegt V&D woordvoerder Lex van Ewijk dat de
resultaten bemoedigend zijn.

V&D voegde tweehonderd eerlijk geproduceerde producten toe aan zijn
assortiment. Sinds mei is er in alle vestigingen een ‘shop in shop’ van Fair
Trade Original op de woonafdelingen. Van Ewijk: "Je ziet dat de
maatschappij bewuster is geworden. Natuurlijk hebben we deels een
marketingdoel, wij willen klanten winnen. Tegelijk zijn wij ook mensen, dus
een deel van de bewuster wordende maatschappij. Wij zijn oprecht enthousiast
over deze samenwerking en vinden dat dit soort producten veel aandacht
verdienen."

Over een jaar verwacht de woordvoerder dat er nog meer producten bijkomen van
het merk. Bovendien is er een keurmerk voor katoen onderweg. "Dan
worden onze handdoeken en beddengoed ook Fair Trade", aldus van Ewijk.

Albert Heijn heeft ongeveer tachtig eerlijke producten in het
assortiment, waarvan vijftien van Fair Trade Original. Max Havelaar meldt
dat de verkoop van zijn fruitproducten met negentig procent is gestegen in
één jaar tijd. Het merk schrijft het succes deels toe aan de bananen en
avocado-inkoop van deze supermarkt. In totaal kochten Nederlandse
supermarkten vijf miljoen kilo Max Havelaarfruit. Tijdens het zogenaamde
Zuid-Afrikaseizoen van Albert Heijn verkocht de supermarktreus alleen
Zuid-Afrikaanse avocado’s van Max Havelaar.

Eén potentieel probleem: de groei is niet eindeloos volgens
critici. Zelfstandig ondernemer Hein Kop, die de ontwikkeling van duurzame
producten wil stimuleren, is een scepticus: "Fairtrade heeft een
geitenwollensokkenimago, helaas. Alles moet vooral zielig overkomen. De
consument is dat beu. Ik weet in ieder geval dat ík dat ook beu ben. In arme
landen heb je ook gewoon vakmensen. Laat ze hun vak uitoefenen en ermee geld
verdienen zonder dat ze zielig moeten worden gevonden. De kwaliteit is even
goed als van producten die niet fairtrade zijn, dus waarom zou je de nadruk
daarop leggen?"

Toch denkt Kop dat de markt klaar is voor mooie fairtrade spullen. Volgens hem
schreeuwt het midden- en kleinbedrijf (MKB) om kleinschalige import van
eerlijke producten, zonder deze per se te verkopen onder het mom van
'geproduceerd door arme, zielige mensen'. De grote ketens kunnen veel
grootschaliger inkopen doen dan de kleine meubelzaken. Op het moment is Kop
bezig met een project dat het MKB makkelijker maakt om duurzame meubels te
kopen. Hij wil bovendien van de fairtradeaanpak af, met informatieve
briefjes en foto's naast elk product. "Dan kijk je naar een neger naast
een hut. Wat moet je ermee? Dan wil je het product toch niet kopen?"

NCDO doet ook een poging om het imago van producten uit de Derde Wereld
te verbeteren. De ontwikkelingsorganisatie startte in 2005 Dutch Design in
Development (DDID). Westerse ontwerpers werken in kleinschalige projecten
samen met mannen en vrouwen. Samen maken zij meubels, accessoires of zelfs
kantoorspullen. Klinkt als een assortiment voor de Wereldwinkel. Het
verschil is dat DDID producten op basis van westerse smaak importeren. Geen
geel-roze glaasjes en lompe, kaarshouders van klei dus.

Programmamanager van DDID, Stella van Himbergen, denkt dat de consument
toe is aan iets nieuws. "Mensen willen duurzame producten hebben. Vorig
jaar had DDID zestien opdrachten, dit jaar hebben we al 21. Ik merk dat er
meer interesse is, zeker bij hoger opgeleiden. Zij kiezen voor meerwaarde,
zoals duurzame aanpak bij productie. Daarom vinden ze het niet erg om meer
te betalen."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl